Psychologisch perspectief: verschil tussen versies

Uit Kritisch denken wiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 18: Regel 18:


= Teveel kennis of informatie =
= Teveel kennis of informatie =
Meer kennis of informatie is niet per definitie beter; het leidt niet altijd tot betere keuzes. Bekend is de uitdrukking "information overload" die uitting geeft aan het feit dat we steeds meer informatie tot onze beschikking hebben, en dat dit al snel te veel is. Zeker met het Internet hebben we tegenwoordig een overvloed aan informatie tot onze beschikking, die we nooit allemaal kunnen lezen, voordat we iets besluiten. Het is ook maar zeer de vraag in hoeverre al deze informatie ook juist en nuttig is. Iedereen kan tegenwoordig iets op het Internet publiceren en veel van wat we lezen is daarmee niet veel meer dan een persoonlijke mening. Daarnaast zijn er ook allerlei mensen en partijen met belangen, waardoor je ook goed op je hoede moet zijn dat je niet in verkeerde dingen gaat geloven.
Meer kennis of informatie is niet per definitie beter; het leidt niet altijd tot betere keuzes. Bekend is de term "informatiestress" die uitting geeft aan het feit dat we steeds meer informatie tot onze beschikking hebben, en dat dit al snel te veel is. Zeker met het Internet hebben we tegenwoordig een overvloed aan informatie tot onze beschikking, die we nooit allemaal kunnen lezen, voordat we iets besluiten. Het is ook maar zeer de vraag in hoeverre al deze informatie ook juist en nuttig is. Iedereen kan tegenwoordig iets op het Internet publiceren en veel van wat we lezen is daarmee niet veel meer dan een persoonlijke mening. Daarnaast zijn er ook allerlei mensen en partijen met belangen, waardoor je ook goed op je hoede moet zijn dat je niet in verkeerde dingen gaat geloven.
 
De vraag is ook wat teveel informatie betekent voor je hersenen. Volgens de psycholoog George Armitage Miller kun je als mens niet veel meer dan 7 dingen onderwerpen tegelijk in je hoofd hebben. Als je daarboven komt raak je verward en ben je niet meer staat om de juiste beslissingen te nemen. Hieraan gerelateerd is ook de term "keuzestress" die aangeeft dat het voor mensen ook lastig is om te gaan met teveel keuze-opties. Het kost veel tijd en energie om alle opties tegen elkaar af te wegen. Als het aantal opties te groot is dan leidt dat tot meer druk, verwarring en mogelijk onvrede over de gemaakte keuze. Met name als de tijd beperkt is dan neemt de ervaren stress toe.

Versie van 4 nov 2022 16:57

Hoe werkt ons denken?

Denken is een activiteit die plaats vindt in de hersenen. Om beter te begrijpen hoe denken werkt zul je dus ook beter moeten begrijpen hoe de hersenen werken. Nu is dat een uitdaging op zich gegeven dat we als mensheid eigenlijk nog helemaal niet goed begrijpen hoe de hersenen precies werken. We zien wel allerlei hersenactiviteit, maar daarmee is niet verklaard hoe we precies denken, laat staan wat ons bewustzijn precies is. Tegelijkertijd ontdekkken we wel steeds meer over wat er gebeurt in onze hersenen en welke gebieden in de hersenen daarbij betrokken zijn.

Het belangrijkste is dat de hersenen bestaan uit meerdere lagen: je hersenstam, kleine hersenen en grote hersenen. De eerste twee houden zich vooral bezig met lagere functies zoals hartslag, ademhaling en motoriek. Het denken vindt vooral plaats in de grote hersenen en dan met met name in de neocortex. In dit deel van de grote hersenen, onderdeel van de hersenschors, en het nieuwste deel van de hersenen vindt zintuigelijke waarneming, bewuste bewegingen en redeneren, abstract denken en taal plaats. Het is in dit gebied waarin we bij voorkeur actief zijn als we kritisch willen denken. Op het moment dat we ons overlaten aan lagere delen van de hersenen, dan is ons gedrag vooral geautomatiseerd en doen we dingen zonder er echt bij na te denken.

Deze fundamentele tweedeling in ons denken is ook benoemd door psycholoog Daniel Kahneman en beschreven in zijn boek "Thinking Fast and Slow". Hij maakt daarbij onderscheid tussen systeem 1 en systeem 2. Systeem 1 is snel, automatisch, emotioneel en onderbewust. Systeem 2 is langzamer en doelbewuster. In dat systeem worden overwegingen gemaakt, op basis van concepten en argumenten. Het blijkt dat mensen het grootste deel van de tijd (95%) in systeem 1 actief zijn en dus vooral automatisch reageren. Als we echter bewust met over zaken willen nadenken en dus ook als we kritisch willen denken, dan zullen we systeem 2 moeten activeren. Het nadeel van systeem 2 is overigens wel dat dit meer energie kost. Vandaar dat onze natuur is om standaard in systeem 1 te vervallen.

Het belangrijkste probleem van systeem 1 is dus dat het geautomatiseerd is en dingen zoveel mogelijk hetzelfde probeert te doen. Alles wat daarvan afwijkt kost meer energie en dat past niet bij systeem 1. Systeem 1 neemt dus ook niet de tijd om te overwegen of de situatie wel past bij het geautomatiseerde gedrag. Het is gebaseerd op vooroordelen over hoe dingen normaliter werken. Deze vooroordelen blijken echter in veel gevallen helemaal niet te passen op de situatie en kunnen tot verkeerd gedrag leiden. De kunst is dan ook om bewust te proberen systeem 2 aan te zetten, door deze te voeden met rationele informatie. Aan de andere kant, als systeem 2 wordt overbelast of als we emotioneel worden dan wordt vanzelf systeem 1 weer ingeschakeld en vallen we weer terug in ons geautomatiseerde gedrag.

Wat is intuïtie?

De term intuïtie is ook interessant in deze context. Volgens Kahneman is intuïtie iets dat hoort bij systeem 1. Het is dat we snel kunnen inschakelen en ons snel kan vertellen wat verstandig is. Intuïtie klinkt bijna als iets magisch, maar zou je ook gewoon kunnen zien als onbewuste kennis. Dat is kennis die wat verder in de achtergrond is geplaatst in ons geheugen, maar erg nog wel is. Intuïtie kun je vanuit kritisch denken als iets gevaarlijks zien. Het is iets dat blijkbaar zonder bewuste redeneringen plaats vindt en daarmee nooit tot dezelfde kwaliteit van conclusies kan leiden. Dit is wel een heel beperkt perspectief op de waarde van intuïtie.

Einstein heeft eens gezegd: “Er is geen logische weg naar de ontdekking van deze elementaire wetten. Er is alleen de weg van de intuïtie, die wordt geholpen door een gevoel voor de orde die achter de verschijningsvorm ligt.”. Zoals Einstein aangeeft is de kunst om de intuïtie dus vooral te gebruiken als generator van nieuwe ideeën. De waarde van deze ideeën kan op een later moment worden bepaald en daar kan kritisch denken een belangrijke rol in spelen. In meer algemene zin is het belangrijk om eerst te divergeren (ideeën te genereren) voordat je gaat convergeren (ideeën terugbrengt). Creatief denken en kritisch denken vormen niet voor niets gezamenlijk de top 2 van belangrijkste 21e eeuwse vaardigheden.

Als je het hebt over de kracht van denken dan ontkom je ook niet aan de discussie in hoeverre we überhaupt een vrije wil hebben. In hoeverre krijgt systeem 2 überhaupt de kans om te bepalen wat je doet. Vrije wil is deels een illusie; veel van wat we kiezen wordt bepaal door kennis en overtuigingen die we hebben opgedaan uit eerdere ervaringen. Als je bijvoorbeeld bent opgegroeid in een omgeving waarin het normaal is dat mensen elkaar helpen, dan is de kans groot dan je andere mensen te hulp schiet als zij dat nodig lijken te hebben. Daarnaast lijkt ook veel van wat we doen vooral onbewust te gebeuren. Benjamin Libet was een Amerikaanse neurofysioloog die bekendheid verwierf met experimenten die aantoonden dat een halve seconde vóórdat een bewust besluit wordt genomen de hersenen deze al initieerden. Recente fMRI experimenten laten zien dat er hersenschorsgebieden zijn die al zo'n 7 tot 10 seconden bezig zijn met een motorische handeling voor te bereiden voordat deze bewust wordt.

Bovenstaande heeft ook een nauwe relatie met het begrip "bounded rationality", zoals voorgesteld door de Amerikaanse politiek wetenschappen Herbert Simon. Het kernidee daarachter is dat de mens slechts beperkt rationeel is en er vooral naar streeft om bevredigende keuzes te maken, in plaats van optimale keuzes. Problemen zijn in veel gevallen ook gewoon te complex, het cognitief vermogen van de mens te beperkt en de tijd te kort om volledige kosten kosten-baten afweging te maken voor keuzes. Mensen gebruiken praktisch ook allerlei vuistregels om snel keuzes te kunnen maken.

Teveel kennis of informatie

Meer kennis of informatie is niet per definitie beter; het leidt niet altijd tot betere keuzes. Bekend is de term "informatiestress" die uitting geeft aan het feit dat we steeds meer informatie tot onze beschikking hebben, en dat dit al snel te veel is. Zeker met het Internet hebben we tegenwoordig een overvloed aan informatie tot onze beschikking, die we nooit allemaal kunnen lezen, voordat we iets besluiten. Het is ook maar zeer de vraag in hoeverre al deze informatie ook juist en nuttig is. Iedereen kan tegenwoordig iets op het Internet publiceren en veel van wat we lezen is daarmee niet veel meer dan een persoonlijke mening. Daarnaast zijn er ook allerlei mensen en partijen met belangen, waardoor je ook goed op je hoede moet zijn dat je niet in verkeerde dingen gaat geloven.

De vraag is ook wat teveel informatie betekent voor je hersenen. Volgens de psycholoog George Armitage Miller kun je als mens niet veel meer dan 7 dingen onderwerpen tegelijk in je hoofd hebben. Als je daarboven komt raak je verward en ben je niet meer staat om de juiste beslissingen te nemen. Hieraan gerelateerd is ook de term "keuzestress" die aangeeft dat het voor mensen ook lastig is om te gaan met teveel keuze-opties. Het kost veel tijd en energie om alle opties tegen elkaar af te wegen. Als het aantal opties te groot is dan leidt dat tot meer druk, verwarring en mogelijk onvrede over de gemaakte keuze. Met name als de tijd beperkt is dan neemt de ervaren stress toe.